Grote multinationals mogen dan wel constant in de belangstelling staan, maar de échte motor van de economie zijn kleine en middelgrote bedrijven. Samen vormen die wereldwijd 90% van het bedrijfsleven, en gemiddeld zijn ze goed voor zo'n 60 tot 70% van de werkgelegenheid en meer dan de helft van het BNP. Daar mogen we dus best eens wat meer aandacht aan geven. Dat doen we op 27 juni, want dan is het de Internationale Dag van het Micro- en Klein Bedrijf.
Ook deze Dag is in het leven geroepen door de Verenigde Naties, die het belang van kleine bedrijfjes voor de economie centraal willen zetten. Tijdens de Dag worden er over de hele wereld campagnes gehouden en wordt er gekeken naar hoe MKB's kunnen worden gestimuleerd met bijvoorbeeld belastingvoordelen.
Een eigen zaak hebben is kei- en keihard werken. Tegenover de vrijheid, de belastingvoordelen en de trots staat een onzeker bestaan, een angst dat je aan het eind van de maand niet genoeg geld hebt verdiend om de hypotheek te betalen, en administratieve ruzies met klanten die niet betalen.
De Dag van het Familiebedrijf is een Dag die is georganiseerd door het IFB (het instituut voor familiebedrijven). Familiebedrijven staan vaak voor stabiliteit en zijn financieel vaak erg gunstig.
Met een goede opleiding kun je ver komen in het leven. Toch is dat voor lang niet iedereen een gegeven. Hier in het Westen hebben we te maken met een leenstelsel, maar zelfs dat onzalige plan is nog erg effectief vergeleken met wat er voor mensen uit derdewereldlanden vaak mogelijk is.