Een van de meest fundamentele mensenrechten is de vrijheid om te geloven in wat je maar wil. God, Allah, Buddah of juist helemaal niks, iedereen heeft zijn eigen opvattingen over de wereld en het hiernamaals en dat is prima. Althans, dat zou het moeten zijn. Jaarlijks worden nog steeds honderdduizenden mensen op de een of andere manier vermoord of verwond vanwege hun religie of geloof. Op 22 augustus staat de Verenigde Naties stil bij die slachtoffers.
Die Dag is het de Internationale Dag van Herdenking van Slachtoffers van Geweld vanwege Religie of Geloof. Zo'n lange naam voor een Dag spreekt al snel voor zichzelf, dus u kunt zelf wel invullen wat we die Dag doen. Niet alleen staan we stil bij de slachtoffers, we herdenken ook manieren waarop we zulk geweld in de toekomst kunnen voorkomen en hoe we daar zelf een steentje aan kunnen bijdragen. Het is vooral een Dag waarop ook overheden nadenken over het implementeren van wetten en regels om deze rechten vast te leggen.
De vrijheid om te geloven in ieder opperwezen dat je maar wil is een van de belangrijkste fundamenten van ons democratisch bestaan. Of je nou in God of Allah of Vishnu en Krishna gelooft, of dat je zo'n wappie bent die nog steeds denkt dat het Vliegend Spagettimonster een leuke grap is of zelfs als je voor jezelf bedacht hebt dat er helemaal Niets is, het maakt niet uit een groot deel van de westerse wereld.
Ieder jaar op 21 juni vieren we Wereld Humanismedag. Op deze datum staan wereldwijd allerlei humanistische clubs stil bij hun eigen 'geloof' - voor zover we dat zo mogen noemen.
Ja, het is een ietwat vreemde naam voor een Dag. Wij zullen de eersten zijn die dat toe willen geven. Maar achter de Dag van de Onnozele Kinderen zit een dieper verhaal, uit de bijbel welteverstaan.